De zekere toekomst van de christen [Serie]
Gezichtsbedrog
“Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.”
2 Thessalonisenzen 2:9-10
Schriftlezing
“Maar wij verzoeken u, broeders, met betrekking tot de komst van onzeHere Jezus Christus en onze vereniging met Hem, dat gij niet spoedig uw bezinning verliest of in onrust verkeert, hetzij door een geestesuiting, hetzij door een prediking, hetzij door een brief, die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag des Heren (reeds) aanbrak. Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, en met allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden. En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.”
2 Thessalonisenzen 2:1-12
Studie
De vorige keer werd stilgestaan bij de Weerhouder, de Heilige Geest, die de werking van satan verhindert om zich ten volle te ontplooien. Daarmee krijgen de mensen nog kostbare tijd en gelegenheid hun leven met God op orde te brengen. Daarbij moet ieder er op bedacht zijn niet op eigen inzicht, gevoel en ervaring te vertrouwen. Met “ik denk,” en “ik vind,” komt niemand verder. Gods Woord heeft het laatste Woord. Dit keer wordt stilgestaan bij de werking des Satans. In de Bijbel wordt hij 48 keer genoemd. Het is wel van belang daar over na te denken. De Schriftlezing begint met er op te wijzen, dat, als het over de Wederkomst van Christus gaat, gelovigen zich niet van de wijs moeten laten brengen door allerlei dingen die ze horen. Paulus schreef aan de Gemeente, dat de Wederkomst niet meteen zou plaatsvinden. We moeten wel bedenken, dat de dag van die Wederkomst wel 2000 jaar dichter bij gekomen is. Er zijn altijd mensen geweest, die er niet in geloofden. De apostel Petrus schreef:
“Dit vooral moet gij weten, dat er in de laatste dagen spotters met spotternij zullen komen, die naar hun eigen begeerten wandelen, en zeggen: Waar blijft de belofte van zijn komst? Want sedert de vaderen ontslapen zijn, blijft alles zó, als het van het begin der schepping af geweest is.”
2 Petrus 3:3-4
En waarom duurt het zo lang?
“De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen.”
2 Petrus 3:9
We kunnen er moeite mee hebben, dat God zo geduldig is. Begrijpen doen we dat niet. Dat vraagt God ook niet van ons. Maar geloven we wat Hij zegt! Want als die dag aanbreekt, krijgt niemand de gelegenheid om verknoeide tijd in te halen. God heeft de mensen “verkeerslichten” gegeven. Knipperlichten, waarvan ieder weet, dat het groen ineens op rood kan springen. En dat is onomkeerbaar. Een belangrijk knipperlicht is de waarschuwing voor misleiding. Wat is misleiding? Iets lijkt goed, maar is het niet. Zijn daar voorbeelden van? Ja, veel zelfs. Gelovigen proberen goed te doen. Vaak ontdekken ze, dat het niet echt lukt, bijvoorbeeld: De apostel Paulus schreef:
“Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dát doe ik
(…)
Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!”
Romeinen 7:18-19, 24-25
God verlost uit situaties waar geen menselijke methodes voor bestaan. Er zijn allerlei ook christelijke boeken waarin hulp voor bevrijding en vrijheid wordt aangeboden. De misleiding, die hier kan binnensluipen is psychologie verpakt in Bijbelteksten. Hier komt het aan op geestelijk onderscheidingsvermogen. In het boek De Bevrijder noemt Neil T. Anderson meer dan 80 Bijbelteksten, die de gelovige kan gebruiken als “zelfbevestigingen,” om zichzelf zijn positie in Christus voor te houden. Het “ik ellendig mens,” van de apostel Paulus wordt vervangen door de “zelfbevestiging:” ik ben, ik ben, ik ben… Is dit iets anders dan de wereldse “zelfverwerkelijking?”
Buiten het christelijke kamp bestaat een overweldigend aanbod van cursussen, trainingen en seminars voor zelfverwerkelijking. Het betekent je realiseren, wie je in wezen bent. Een vrij mens. Daarvoor bestaan trainingen waaronder meditatie, waar gelovigen tegenwoordig ook mee bezig zijn. Waar Gods openbaring en menselijke filosofie samenvloeien is de misleiding compleet.
Dan is het nog maar één stap om van Robert H. Schuller het “Onze Vader” te leren bidden. Luister: “Als we als Gods kinderen geadopteerd zijn, verandert de kern van ons leven van schaamte tot zelfwaardering. En kunnen we bidden: “Onze Vader in de hemel, eerbaar is onze (zijn cursief) naam. Zo wordt de grondslag gelegd waarop we ons goed over onszelf voelen!”
Ondertussen is de afval aan de gang. Staat het vandaag niet in de krant, dat er elke week twee kerken worden gesloten? Dat duizenden mensen jaarlijks de kerken verlaten; dat er grote beroering ontstaan is over priesters, die de handen niet konden thuishouden? Zijn dit geen felle knipperlichten? Iedereen weet toch, dat dit niet eindeloos kan doorgaan. Het verkeerslicht zal plotseling op rood springen.
Nu zal toch niemand willen beweren, dat we vooral positief moeten denken en dat waarschuwing een uiting van pessimisme is. Paulus profeteerde, dat er iemand zal komen, die zich aan geen wetten stoort. Als de Weerhouder, de Heilige Geest, tegelijk met de Gemeente van Christus van de aarde wordt weggenomen, krijgt satan de ruimte zijn slag te slaan.
Vergis u niet, de Gemeente van Christus is iets anders dan het Instituut Kerk, hoe dat ook heten mag. De wetteloze, die zich aan niets en niemand stoort, zal met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen opereren. Hij zal grote indruk maken. Hij zal met “leuke aanbiedingen” komen. Hij stuurt zijn medewerkers vooruit. Voor mensen die geen onderscheidingsvermogen hebben, zal het er allemaal aantrekkelijk uitzien. De Bijbel noemt dit: “allerlei verlokkende ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan.” En het zag er zo goed uit! Hadden die mensen dan niet gewaarschuwd kunnen worden? Voor mensen, die verloren gaan springt Gods verkeerslicht nooit meer op groen. En waarom niet? God is toch een God van liefde?
Er zijn veel slimme mensen. Ze weten precies hoe ze zich door het dagelijkse leven moeten slaan om hun doel te bereiken. Maar als het over het geestelijk leven gaat, doen veel slimme mensen heel domme dingen. Dan zijn ze alle logica kwijt. Iedereen weet, dat er wetten en regels zijn. Vaak hebben mensen hekel aan spelregels. Ze willen doen, waar ze zin in hebben. Ze denken, en ze vinden… Als het licht op rood staat, maar er is niets te zien, rijden ze door. Als er dan toch onverwacht een auto om de hoek schiet, is het mis. Dan is het zelfs volgens menselijke regels helemaal mis. God heeft ook “verkeersregels” voor de mensen gegeven. Waarom gaan mensen verloren? Heel eenvoudig: “omdat zij de liefde tot de waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.” Ze rijden door rood: denken, ze vinden … Gods Woord is de waarheid, en daar is er maar één van, ook al vinden mensen, dat ieder zijn eigen waarheid heeft. Daardoor raakt God niet in paniek. De Here Jezus zei:
“De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.”
Lucas 21:33
Wie zich daar niet aan stoort moet de gevolgen voor eigen rekening nemen. Hoe ziet die rekening er uit? En daarom zendt God hun een dwaling. Ze wilden niet geloven, nu kunnen ze niet meer terug. Dit is waar satan op aanstuurt. De apostel laat zien waar dit op uitloopt.
“Daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de leugen geloven, opdat allen worden geoordeeld, die de waarheid niet geloofd hebben, doch een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid.”
2 Thessalonisenzen 2:11-12
Gelukkig is er nog meer te zeggen over Gods waarheid. De volgende studie zal ingaan op de voorgestelde heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden:
“De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.”
Mattheüs 24:35
Als de Weerhouder, de Heilige Geest uit deze wereld wordt weggenomen, staat voor de mensen, die dit meemaken de wereld op zijn kop. Ze hebben Gods Woord (these) niet geloofd waardoor ze behouden hadden kunnen worden. Ze zijn onder hypnose, bedwelmd, door de synthese. In plaats van Gods waarheid, geloofden ze de leugen, dát was hun waarheid. Dit leidt straks tot een onbeschrijfelijke verwarring. Ze hadden toch de krachten, wonderen en tekenen zelf gezien en ervaren! Als de Weerhouder weggenomen is, slaat de radeloosheid toe. In plaats van hún waarheid volgt Gods oordeel, omdat ze de leugen geloofd en de waarheid verworpen hebben. Ze hadden houvast aan hun ervaring. Dan komen ze tot de ontdekking, dat de bedrieglijke bovennatuurlijke krachten, wonderen en tekenen in Gods ogen niet anders zijn dan ongerechtigheid. Niemand kan zeggen, dat hij het niet heeft geweten. De apostel Paulus zei:
“Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt – Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld.”
Johannes 17:24
~Dr. K. van Berghem