Onverwachte Ontmoeting
[flash /flv/20080323_onverwachte_ontmoeting.flv]
“En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten.”
Mattheüs 28:8
Schriftlezing
“Laat na de sabbat, tegen het aanbreken van de eerste dag der week, ging Maria van Magdala en de andere Maria het graf bezien. En zie, er kwam een grote aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder en kwam nader, en hij wentelde de steen weg en zette zich daarop. Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw. En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen en zij werden als doden. Doch de engel antwoordde en zei tot de vrouwen: Weest gij niet bevreesd; want ik weet, dat gij Jezus zoekt, de gekruisigde. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, gelijk Hij gezegd heeft; komt, ziet de plaats, waar Hij gelegen heeft. En gaat terstond op weg en zegt zijn discipelen, dat Hij is opgewekt uit de doden. En zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd. En zij gingen terstond weg van het graf, met vrees en grote blijdschap, en liepen haastig voort om het zijn discipelen te berichten. En zie, Jezus kwam haar tegemoet en zeide: Weest gegroet. Zij naderden Hem en grepen zijn voeten en zij aanbaden Hem. Toen zei Jezus tot haar: Weest niet bevreesd. Gaat heen en bericht mijn broeders, dat zij naar Galilea gaan, en daar zullen zij Mij zien.”
Mattheüs 28:1-10
Boodschap
Het was Paasmorgen. De voorbije dagen hadden de discipelen veel beleefd. Het waren dramatische uren en dagen vol onverwachte gebeurtenissen. Alles ging anders dan ze ooit gedacht hadden. Wat moesten ze er van denken? Jezus, de Messias, was er niet meer. Hij was toch de Messias? Maar de leiders van het volk hadden Hem verworpen. Volgens hen, was Hij de Messias niet. Hij had Israël toch niet van de Romeinen bevrijd! Het was allemaal erg verwarrend. Eerst had het volk enthousiast geroepen: Hosanna, gezegende is Hij, die komt in de Naam des Heren. Nog geen week later, was Hij er helemaal niet meer. Maar Hij moest toch wel een fatsoenlijke begrafenis krijgen. Daarom hadden de vrouwen, die hiervoor zorgden, specerijen gekocht, om het lichaam van Jezus te verzorgen. En daar gaan ze dan op de vroege Paasmorgen. Ze wisten niet, dat dit de eerste Paasmorgen was. Daar hadden ze nog nooit van gehoord. Ze gingen iets nieuws beleven Een onverwachte ontmoeting.
Als het vandaag gebeurde, was het breaking news. Grote koppen in de kranten; radio en televisie zouden er om vechten, wie het bericht het eerst zou uitzenden. Grote opschudding in de kazerne. De Romeinse wacht bij het graf had de benen genomen. Hoe moesten ze dit verantwoorden. Grote opschudding in de Joodse Raad, het Sanhedrin. Is die Jezus ons dan toch te slim af geweest. Nee, dat mag niet. Koortsachtig overleg met de Romeinse commandant. De oplossing is snel gevonden. De discipelen hebben het lichaam gestolen, dat kan niet anders. De vrouwen, die op weg naar het graf waren, wisten nog steeds van niets. Ze schrokken zich onderstboven, toen er ook nog een aardbeving was. Toen ze bij het graf kwamen was de steen weggerold, het graf was open. Wie had dat gedaan? Het graf werd toch bewaakt! Maar de wacht was door een engel buiten spel gezet. De soldaten waren verlamd van schrik. Ze hadden de benen genomen. En dan die engel. Ook de vrouwen kregen de schrik te pakken. Maar de engel zei: wees maar niet bang. Ik weet, dat jullie Jezus zoeken. Ja maar, Hij is toch hier! Nee, zei de engel, kom maar kijken. Hij is opgewekt, Hij is niet hier!
Ja, de Here Jezus had wel gezegd, dat Hij op de derde dag zou opstaan. Wat nu? Bedoelde de engel, dat het net zo was als toen de Here Jezus zijn vriend Lazarus uit zijn graf liet opstaan? De engel zei, dat ze aan de discipelen moesten gaan vertellen, dat Jezus uit de dood was opgestaan. En waar is Hij dan? De engel zei, dat Hij naar Galilea zou gaan, en dat ze Hem daar zouden zien. Compleet overrompeld holden de vrouwen met het grote nieuws naar de discipelen. Met stil verdriet, misschien wel huilend, waren ze naar het graf gekomen. Emotioneel aangeslagen, moe van de spanningen van de afgelopen dagen. Slecht geslapen. Ze moesten nog even bijkomen van de aardbeving onderweg. Wat kunnen gelovigen het moeilijk hebben! En dan ineens die engel. In enkele seconden verandert alles. Knijp in mijn arm: is dit echt, of droom ik? De Joodse Raad, het Sanhedrin, stond onder hoogspanning. Het bericht van de verdwijning van Jezus moest de kop ingedrukt worden:
“In een vergadering met de oudsten kwamen zij tot een besluit en zij gaven de soldaten veel geld, en zij zeiden: Zegt, zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen, terwijl wij sliepen.”
Mattheüs 28:12-13
Voor de vrouwen is nu ineens alles anders. Alle moeite, verdriet, spanning en vermoeidheid zijn vergeten. Ze zijn diep onder de indruk van de verschijning van de engel. Net als de Romeinse soldaten zijn ze bang. Er is één verschil. De engel heeft de soldaten weggejaagd, tegen de vrouwen zei hij, wees maar niet bang. De soldaten werden verlamd door de verschijning van de engel. De uitstraling van de engel is zo overweldigend, dat mensen dat niet kunnen verdragen. Bij zo’n ontmoeting ontstaat vrees. Wat overkomt mij? Wat is dit? Omdat er een ontmoeting met het goddelijke plaatsvindt. Dat gebeurt niet dagelijks. Maar het wil niet zeggen, dat het er niet is! De vrouwen kregen er juist nieuwe kracht door.
Wie de boodschapper van Jezus ontmoet en gelooft, komt daarmee in een andere wereld. Ook al blijft hij met twee benen op de grond in de wereld staan, alles wordt dan anders. Er kan verdriet, moeite en strijd zijn, maar het is niet meer zoals vroeger. Dwars door het verdriet, breekt grote blijdschap door. De vrouwen waren dolblij met het bericht van de engel, maar dat was nog niet alles! Het bleef niet bij die ene ontmoeting. Op weg naar de discipelen kwamen ze de Here Jezus Zelf tegen. Wie gelooft wat Gods boodschapper over Jezus zegt, gaat Hem zelf ontmoeten. Dat geldt ook voor vandaag. Wie Gods Woord gelooft en er op ingaat, ontmoet de Here Jezus. In Zijn Woord spreekt God tot ons, in het gebed mogen en kunnen wij tot Hem spreken. Zo ontstaat de verbinding. Voor wie dit niet gelooft is het onzin. Opstanding uit de dood, bestaat dat? Dat wordt op de Paasmorgen bewezen. Er zijn ooggetuigen. Maar het gebeurde niet alleen op de Paasmorgen. Het was al eerder gebeurd. De weduwe van Naïn had haar enige zoon verloren. Veel mensen gingen met haar mee in de begrafenisstoet.
“En toen de Here haar zag, werd Hij met ontferming over haar bewogen en Hij zei huil maar niet. Jezus raakte de baar aan en zei: Jongeling, Ik zeg u, sta op! En de dode ging overeind zitten en begon te spreken, en Hij gaf hem aan zijn moeder. En vrees beving hen allen en zij verheerlijkten God.”
Lucas 7:12-16
Hetzelfde gebeurde met het dochtertje van Jaïrus. In het sterfhuis lachten de mensen Jezus uit, toen Hij zei dat het meisje sliep.
“Jezus ging het vertrek binnen, waar het kind lag. En Hij vatte de hand van het kind en zei tot haar: Talita koem, wat betekent: Meisje, ik zeg je, sta op! En het meisje stond onmiddellijk op en het kon lopen; want het was twaalf jaar. En zij ontzetten zich terstond bovenmate.”
Marcus 5:40-42
Want de dood is niet het laatste. Voor ieder mens geldt, dat de dood, waar niemand aan ontkomt, niet het laatste maar het vóórlaatste is. Ieder mens moet weten, dat er een leven na dit leven is. Ieder mens kan weten wat hem of haar dan wacht. Er wordt wel eens gezegd, dat er nog nooit iemand is teruggekomen. Dat is een leugen. De Bijbel is er glashelder over. Jezus wordt nog altijd uitgelachen. Toen de jongeling van Naïn ging zitten en begon te spreken, was de scepsis over. Toen het meisje opstond, en begon te lopen, was de lachbui van de critici over. Ze hadden het niet meer. Ze schaamden zich. Hoe is het vandaag? Gebeurt dat vandaag ook nog? Straks gebeurt het niet met één mens, maar met talloos velen. Daarover schreef de apostel Paulus:
“Maar wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben. Want als wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant, of vertroost, elkander dus met deze woorden.”
1 Thessalonisenzen 4:13-18
Hoe staat u er voor? Weet u het al? Houdt u er rekening mee? Waarom twijfelt u nog? Jezus is de Levensvorst. Bij Hem is geen verandering. Wie HIJ toen was, is Hij nu, Dezelfde.
Amen.
~Drs. K. van Berghem