Onbegrepen
[flash /flv/20090419_onbegrepen.flv]
“Thomas zei tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg?”
Johannes 14:5
Schriftlezing
“Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden; 3 en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat ook gij zijn moogt, waar Ik ben. En waar Ik heenga, daarheen weet gij de weg. Thomas zei tot Hem: Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg? Jezus zei tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien. Filippus zei tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zei tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken. Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader; en wat gij ook vraagt in mijn naam, Ik zal het doen, opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt worde. Indien gij Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.”
Johannes 14:1-14
Boodschap
Onbegrepen. Hebt u dat soms ook? Dingen, die de Here Jezus heeft gezegd. Dingen die we niet begrijpen. Dingen waar we niets mee kunnen. Wat moet ik daar nu mee? Ik begrijp er niets van. U bent niet de enige, ook niet de eerste. De discipelen van Jezus hoorden uitspraken waarvan ze dachten, wat is dit nu? Misschien hebben ze elkaar veelbetekenend aangekeken. Ja, we geloven wel wat Hij zegt, ja toch? We volgen Hem, maar we begrijpen het dikwijls niet. Net als de discipelen zijn wij ook nog altijd in de leerschool van de Heilige Geest. Thomas zat er mee. Ook Filippus zat met vragen. Misschien zeiden ze wel wat de anderen dachten maar die het niet durfden zeggen. Voor Thomas was er geen twijfel om Jezus te volgen. Toen het rond de Opstanding van Lazarus voor Jezus echt gevaarlijk werd, zei hij zelfs:
“Laten wij ook gaan om met Hem te sterven.”
Johannes 11:16
Als je niet echt in Jezus gelooft, zeg je zoiets niet. Maar het wil niet zeggen, dat je geen vragen kunt hebben. Toen Jezus sprak over Zijn lijden en sterven, ging het ook hun begrip te boven. En niet van hem alleen. Heengaan? Jezus heengaan? Waar heeft Hij het over? Heengaan, waarheen? Hij kon het niet voor zich houden en zei het ook hardop tegen Jezus.
“Here, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg?”
Johannes 14:5
Als we het niet begrijpen, mogen we tegen Jezus zeggen: Heer ik begrijp hier niets van. Dan krijgen we ook antwoord. Tegen Thomas zei Hij:
“Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.”
Johannes 14:5-7
Ik denk, dat hij het toen nog niet begreep. Uitspraken, die blijven hangen. Die we later pas begrijpen. Maar nu even niet. Na alle schokkende gebeurtenissen zag Thomas het even niet meer zitten. Hoezeer hij ook betrokken was en zelfs tot het uiterste wilde gaan. Hij wilde zelfs zijn leven op het spel zetten. Maar nu was het hem teveel. De arrestatie, de verhoren, de hetze, de mishandelingen en uiteindelijk de kruisiging. Nee, Pasen was er voor hem niet bij. Opstanding? Jezus had het wel gezegd, maar hij kreeg het allemaal niet op een rijtje. Op de Paasavond was hij er niet bij. Jezus kwam daar, maar hij was er niet. Begrijpen we de reactie van Thomas? Ja. De discipelen waren er allemaal, hij niet. Later zeiden ze:
“Wij hebben de Here gezien! Maar hij zei: Indien ik in zijn handen niet zie het teken der nagels en mijn vinger niet steek in de plaats der nagels en mijn hand niet steek in zijn zijde, zal ik geenszins geloven.”
Johannes 20:25
De volgende Zondag was hij er weer bij. En toen gebeurde het:
“Terwijl de deuren gesloten waren, en stond Jezus in hun midden en zei: Vrede zij u! Tegen Thomas zei Hij: Breng uw vinger hier en zie mijn handen en breng uw hand en steek die in mijn zijde, en wees niet ongelovig, maar gelovig. Thomas antwoordde en zei tot Hem: Mijn Here en mijn God!”
Johannes 20:26-28
Geen verwijt. Hij kreeg niet te horen: jij ongelovige Thomas. Ik had het toch gezegd! Thomas, kom hier, zie je ‘t, voel je’t?
“Thomas zei: Mijn Here en mijn God! Jezus zei: Omdat gij Mij gezien hebt, hebt gij geloofd? Zalig zij, die niet gezien hebben en toch geloven.”
Johannes 20:28, 29
Toen was hij er weer helemaal bij. Het bracht Thomas tot aanbidding. Er zijn veel dingen, die wij niet begrijpen. Wij hebben niet gezien wat Thomas en de andere discipelen gehoord en gezien hebben. Maar we mogen het geloven. De Heer vraagt niet, of we het allemaal wel begrijpen. Hij verwacht van ons, dat wij geloven, wat Hij zegt. Geloven betekent twee dingen: vertrouwen en gehoorzamen. Geloven wat de Heer zegt, en doen wat Hij zegt. Laten we ons maar niet groter voordoen dan we zijn. Laten we maar eerlijk zijn. Wij zitten ook vaak met problemen, met duizend vragen. Dan zien we het ook niet zitten. Waar hou je je dan aan vast? Door de profeet Jesaja, liet God aan Israël weten:
“Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten.”
Jesaja 55:8-9
Er is een lied, dat zingt: “Heer, ‘k Vertrouw U, Heer ‘k vertrouw U, wees Gij mijn Gids.” Het kan in het leven gaan over hoogten en door diepten. Als Hij onze Gids is, mogen we weten, dat Hij Zich niet vergist, ook al begrijpen wij het niet. Jan, Marie of hoe heet je? Wees niet ongelovig, maar gelovig.
Amen.
~Dr. K. van Berghem