Kerkhervorming toen en nu
[flash /flv/20081102_kerkhervorming_toen_en_nu.flv]
“Maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.”
Habakkuk 2:4
Schriftlezing
“Ik wil gaan staan op mijn wachttoren en mij stellen op de wal, ik wil uitzien naar wat Hij tot mij spreken zal, en wat ik moet antwoorden op mijn klacht. Toen antwoordde de Here mij: Schrijf het gezicht op en zet het duidelijk op tafelen, opdat men het in het voorbijlopen zal kunnen lezen. Want wel wacht het gezicht nog tot de bestemde tijd, maar het spoedt zich zonder falen naar het einde; als het vertoeft, verbeid het, want komen zal het gewis; uitblijven zal het niet. Zie, opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Voorzeker, de bedrieglijke trotsaard is een snoevend mens, doch zonder bestand, die zijn muil openspert als het dodenrijk en onverzadigbaar is als de dood, zodat hij alle volkeren tot zich verzamelt en alle natiën tot zich bijeenbrengt. Zullen die allen niet een spreuk over hem opheffen, en een spotlied, raadsels, en zeggen: Wee hem die zich verrijkt met wat niet van hem is – tot hoelang? en die gepand goed op zich laadt! Zullen niet plotseling opstaan zij die u bijten, en ontwaken zij die u schrik aanjagen, zodat gij hun worden zult tot een gewisse buit? Omdat gij vele volkeren geplunderd hebt, zal al wat van de natiën overgebleven is, u plunderen, vanwege het vergoten mensenbloed en vanwege het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. Wee hem die onrechtmatig gewin bijeenbrengt voor zijn huis, om zijn nest te maken in de hoogte, ten einde zich te redden uit de greep van het onheil! Gij hebt schande tegen uw huis beraamd, (toen gij het voornemen hadt) vele volkeren te verdelgen; dus hebt gij uw leven verbeurd. Want de steen schreeuwt uit de muur, en de balk antwoordt hem uit het houtwerk. Wee hem die de stad met bloed bouwt, en de veste op onrecht grondvest! Ziet, is het niet van de Here der heerscharen, dat de volkeren zich vermoeien voor het vuur en de natiën zich afmatten voor niets? Want de aarde zal vol worden van de kennis van des Heren heerlijkheid, gelijk de wateren die de bodem der zee bedekken. Wee hem die zijn naaste doet drinken en er uw gif bijmengt, en hem ook dronken maakt om hun naaktheid te aanschouwen! Gij hebt u verzadigd met schande in plaats van met eer, drink gij nu ook en ontbloot u. Tot u zal zich wenden de beker van de rechterhand des Heren, en grote schande zal komen over uw heerlijkheid. Want het geweld, de Libanon aangedaan, zal u bedekken, en het uitroeien van de dieren zal u verschrikken, vanwege het vergoten mensenbloed en het geweld het land, de stad en al haar inwoners, aangedaan. Wat baat het gesneden beeld, daar zijn maker het gehouwen heeft; het gegoten beeld, dat een leugenleraar is, dat de maker op zijn maaksel vertrouwt, terwijl het stomme afgoden zijn, die hij maakt? Wee hem die tot een stuk hout zegt: Ontwaak, en tot een stomme steen: Word wakker. Zou die onderrichten? Zie, hij is gevat in goud en zilver, doch er is volstrekt geen geest in hem. Maar de Here is in zijn heilige tempel. Zwijg voor Hem, gij ganse aarde!”
Habakkuk 2:1-20
Boodschap
Deze profeet wordt gerekend tot de kleine profeten. Dat wil zeggen, hij heeft niet veel gezegd of geschreven. Maar wat hij heeft geschreven is heel belangrijk. De ene zin, die als tekst gekozen werd, heeft het Europa van de 16e eeuw op zijn kop gezet. Het werd de inleiding tot de Kerkhervorming van 1517. Dit had Maarten Luther eigenlijk niet bedoeld. We zouden kunnen zeggen, de zaak liep voor hem helemaal uit de hand. In die tijd was het gewoon, dat theologen met elkaar in dispuut gingen. Daarom sloeg Luther zijn 95 Stellingen op de deur van de Slotkapel van Wittenberg, zodat iedereen die kon lezen. Maar tot ieders grote verrassing, leidde dit tot een totale omwenteling in Europa.
De tekst van Habakuk had diepe indruk op Luther gemaakt. Hij werd verlost van zijn twijfel. Dit ene woord sprak Luther op dit moment meer aan dan de treurige situatie en de toekomst van het volk Israël. Het is nauwelijks voorstelbaar, hoe ver het volk van God was afgedwaald. Het waren heidense toestanden. Wat had dit nog met de bijzondere positie te maken, die Israël van God gekregen had? Er was wel godsdienst in het land. De mensen gingen naar de tempel, de offers werden wel gebracht. Om het zo maar eens te zeggen, de kerkelijke machine draaide op volle toeren. Als je je godsdienstige plichten maar deed, dan was het goed. Met goede werken kon de hemel verdiend worden. Maar zo werkt het niet. Bij Israël niet, bij de kerk van de Middeleeuwen niet, en laten we er gelijk maar bij zeggen, ook voor de kerk van vandaag niet.
Luther werd gegrepen door het woord van de profeet. Die ene tekst: “maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven,” hamerde door zijn geest. Luther leefde in angst voor God. Zijn zonde kwelde hem, hij zocht een genadig God. In die tijd waren de mensen doodsbang voor het vagevuur. Luther deed allerlei boetedoeningen om daar aan te ontkomen, maar hij kon de zonde niet uit zijn hart verdrijven. Het woord van de profeet Habakkuk sloeg in als een bom. Het veranderde zijn leven. En het werkte door in zijn Augustijner-klooster, in de kerk, in de samenleving, ja in heel Europa. Luther ontdekte, dat God niet ver van de mens staat, maar dat de mens ver van God staat. De profeet Jesaja had al eerder geprofeteerd:
“Zie, de hand des Heren is niet te kort om te verlossen, en zijn oor niet te onmachtig om te horen; maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort.”
Jesaja 59:1-2
Luther brak met de valse leer van de kerk van de Middeleeuwen. Prompt kreeg hij de Paus en de Keizer over zich heen. Hij had de zenuw van het systeem geraakt. De kerk bedoeld als gemeenschap van Christusbelijdende gelovigen, was een godsdienstig systeem geworden. Door die kerk werd hij uitgestoten en door de Keizer werd hij vogelvrij verklaard. Vrienden van Luther ontvoerden hem en brachten hem in veiligheid. In de veilige Wartburg vertaalde hij de Bijbel in het Duits. Hij ontdekte, dat niet alleen de profeet Habakkuk die treffende woorden had geschreven, ook de apostel Paulus verwees er naar in zijn Brief aan de Romeinen:
“Want gerechtigheid Gods wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, gelijk geschreven staat: De rechtvaardige zal uit geloof leven.”
Romeinen 1:17
Het probleem in Israël was, en in kerk en gemeente is het altijd weer, dat mensen andere gelovigen wetten en voorschriften opleggen, waar ze aan moeten voldoen, anders kunnen ze niet behouden worden. In Israël hebben de Farizeeën de mensen een waslijst van verplichtingen opgelegd. In de kerk van de Middeleeuwen moesten de mensen steeds meer valse leer geloven om in de hemel te komen, waaronder de leer van het vagevuur. Om mensen daaruit sneller te verlossen, moesten er tegen betaling missen worden gelezen.
Vandaag moeten sommigen in plaats van Gods Woord, een of andere leer uitdragen en colportage doen. Anderen moeten hun tienden afdragen. Anderen moeten dit of dat menselijk geschrift geloven. Van weer anderen wordt verwacht, dat ze in tongen spreken. Maar daar gaat het niet om. De profeet Habakkuk hield het volk Israël voor: “Maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.” Als dat geloof leeft, gaan er dingen gebeuren. Niet door opgelegde wetten en regeltjes.
De apostel Paulus hield dit aan de Gemeente van Rome voor. Maarten Luther liet dit woord door Europa galmen. Ruim 200 jaar later las de Engelse opwekkingsprediker John Wesley de Inleiding van Luther op de Romeinenbrief. Hij werd er door gegrepen. Toen galmde deze boodschap door Engeland en ver daarbuiten. Daar mogen we bij stilstaan en erover nadenken. Maar dat is niet genoeg. Dit woord moet ook vandaag weerklinken. In ieders hart, in ieders huis, in ieders kerk en gemeente, in de samenleving. En die brengt het er vandaag niet beter af dan het oude Israël, niet beter dan Middeleeuws Europa. Daarom: “De rechtvaardige zal uit geloof leven.”
Amen.
~Drs. K. van Berghem