Het profetische Woord
Tekst Jesaja 61:1-2
De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren en een dag der wrake van onze God …
1e Schriftlezing – Jesaja 61:1-11
In het Evangelie van Lucas lezen we de voorlopige vervulling van deze profetie. Hier blijkt, dat die profetie ook nu nog niet helemaal vervuld is:
2e Schriftlezing – Lucas 4:14-21
Studie
Is profetie belangrijk? Tijdens de verheerlijking van de Here Jezus op de berg zei God: Mattheüs 17:5 en 2 Petrus 1:17-19
Van de 39 Oudtestamentische boeken zijn er 17 profetisch, (40+%); Van de Bijbel is 25% profetisch. Profetie is Gods Woord werd in hen gelegd: 2 Timotheüs 3:16. “Ingegeven” is theo-pneustos, (door) God geademd. Niet hun mening maar Gods Woord. In welke eeuw of situatie ook, ze spreken elkaar niet tegen. Geen onzekerheid. Nu de uitleg. Wat heb je aan verschil van mening? Wat zei Johannes? Johannes 14:16-17; 16:13; en Paulus: 1 Corinthiërs 2:12-14. Voor ongelovigen (zelfs professors) blijft profetie een gesloten boek. De enig veilige regel voor uitleg van Gods Woord is de Bijbel zelf. Gods Woord spreek zichzelf nooit tegen. De Here Jezus zei tegen de discipelen: Johannes 16:12-13. Gods Woord legt zichzelf uit en we hebben de verlichting van de Heilige Geest. Wat letterlijk uitgelegd kan worden, moet letterlijk uitgelegd worden, wat symbolisch bedoeld wordt, moet symbolisch verstaan worden.
God zegt toch niet een ding maar bedoelt wat anders. Wie Jesaja en Lucas naast elkaar legt ziet, dat het tweede deel van Jesaja’s profetie ontbreekt. Iets vergeten? Het was toch maar de helft van wat de profeet Jesaja gezegd had.
Het aangename jaar des Heren, geen woord over de wraak. Een voorlopige vervulling van Jesaja’s profetie. Wraak is nog toekomst: de Grote Verdrukking. Wel letterlijke uitleg maar niet bij toekomstverwachting. Op dat punt volgden ze de Rooms-Katholieke leer. Het zwaartepunt bij de vraag: zekerheid van behoud. Luther: “waar vind ik een genadig God?” Wij staan nu eeuwen verder in de tijd. We kunnen nu dingen begrijpen, die vroeger niet begrepen werden. Maar, wij weten nu ook nog niet alles, nog lang niet. En speculeren moeten we niet doen: 1 Corinthiërs 4:6.