God sprak
[flash /flv/20081221_god_sprak.flv]
“Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon,”
Hebreeën 1:1
Schriftlezing
“Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft. Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, zóveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft. Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn. En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen. En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam; maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap. Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten. En: Gij, Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen; die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed verslijten, en als een mantel zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden; maar Gij zijt dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden. En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten? Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven?”
Hebreeën 1:1-14
Boodschap
Het is de laatste Zondag van Advent. Het is de afkorting van Adventus Domini: de naderende komst des Heren. De tekst zegt, dat God vroeger dikwijls en op veel manieren tot de vaderen gesproken heeft. Hij heeft Zich door hen geopenbaard. Openbaring is Gods manier van spreken, waarbij Hij zegt wat wij op geen enkele andere manier zouden kunnen weten. God heeft op verschillende manieren tot de mens gesproken. Allereerst sprak Hij door de Schepping. In een van zijn Psalmen dichtte Koning David:
“De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld. Hij heeft daarin een tent opgeslagen voor de zon, die is als een bruidegom die uit zijn bruidsvertrek treedt, jubelend als een held om het pad te lopen. Van het ene einde des hemels is haar opgang en haar omloop tot het andere einde; niets blijft verborgen voor haar gloed.”
Psalm 19:2-7
Dit is geen taal met woorden maar met beelden, die iedereen kan zien. Er is geen vertaling nodig. Een kind kan het zien. In die zin schreef de apostel Paulus:
“Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de Schepping der wereld uit Zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben,”
Romeinen 1:20
God spreekt ook door het geweten. Er is een innerlijk weten waardoor het geweten spreekt.
“Immers, zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen,”
Romeinen 2:15
Maar God heeft ook door de profeten het gesproken woord gegeven.
“Toen werd vervuld het woord, gesproken door de profeet Jeremia,”
Mattheüs 2:17
Toen de Emmausgangers later met Jezus incognito het onderweg ook niet geloofden, zei Hij tegen hen:
“O, onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet gelooft alles wat de profeten gesproken hebben,”
Lucas 24:25
Je ziet God in de Schepping met je ogen. Je weet het in je hart, zonder dat iemand het zegt. Dan wordt het ook nog eens bevestigd door het gesproken Woord. Sinds de geboorte van de Here Jezus leven we in het laatst der dagen. Als vierde Openbaring , laat God het de mensen door het Adventum Domini: de komst des Heren, weten. Hij kwam, Hij was er en Hij komt. Het probleem is niet, dat de mensen het niet weten. Niemand kan zeggen, dat hij het niet weet. Daarover zegt Gods Woord:
“Hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart,”
Romeinen 1:21
In plaats van God te zoeken hebben de ongelovigen zich van God afgekeerd. Ze geloven niet in Hem. Door Hem niet te erkennen, werd hun verstand verduisterd. Ze hadden het Licht, nu is er een blinde vlek in hun waarneming ontstaan. Ongeloof heeft zich in hun denken genesteld. Daarover zegt de apostel Johannes:
“Wie niet gelooft is reeds veroordeeld omdat hij niet geloofd heeft in de eniggeboren Zoon van God,”
Johannes 3:18
Ondanks deze vier vormen van openbaring reageren veel mensen niet op wat God bedoelt en zegt. Niet door de Schepping, niet door de overtuiging van het geweten, niet door het Woord, zelfs niet door de komst van de Here Jezus. Dat leidt tot ongevoeligheid. Wie daarin volhardt wordt steeds ongevoeliger totdat het geweten dichtgeschroeid is. Mensen hebben de profeten het zwijgen opgelegd, ze hebben ze verjaagd en gedood. Jezus is gekomen, maar de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht. We hebben Gods Woord. Advent spreekt van de naderende komst des Heren. Advent is geen verleden tijd, het is toekomst. Advent moet veel meer daar over gaan dan over de geboorte in de stal in een ver verleden. Advent is vooruitzien naar Zijn komst, en kan elk moment gebeuren. Sommigen vragen, waarom duurt het zolang voordat Jezus komt? De Bijbel geeft daar zelf een antwoord op.
“De Here talmt niet met de belofte,
(…)
maar Hij wil niet, dat sommigen verloren gaan,”
2 Petrus 3:4, 9
Hij kwam en Hij komt. Bent u er klaar voor? Daar gaat het om bij het Kerstfeest. Dan wordt het Christusfeest, de komst van de Messias. Bereidt uw harten, wees gereed om Hem te ontvangen.
Amen.
~Drs. K. van Berghem