Genezing
“Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden.”
Jacobus 5:14-15
Schriftlezing
“Welaan dan, gij rijken, weent en maakt misbaar over de rampen, die u zullen overkomen. Uw rijkdom is verrot, uw klederen zijn door de mot aangevreten, uw goud en zilver is verroest, en het roest ervan zal tegen u getuigen en uw vlees verteren als vuur. Gij zijt schatten gaan opleggen, terwijl het de laatste dagen zijn. Zie, het loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot. Gij hebt op aarde weelderig geleefd en u te goed gedaan, gij hebt uw hart vetgemest in de slachttijd. Gij hebt de rechtvaardige veroordeeld, ja vermoord; er is geen verweer tegen u. Hebt dus geduld, broeders, tot de komst des Heren! Zie, de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands en heeft geduld, totdat de vroege en late regen erop gevallen is. Oefent ook gij geduld, sterkt uw harten, want de komst des Heren is nabij. Broeders, zucht niet tegen elkander, opdat gij niet onder het oordeel valt; zie, de Rechter staat voor de deur. Broeders, neemt tot een voorbeeld van gelatenheid en geduld de profeten, die in de naam des Heren hebben gesproken. Zie, wij prijzen hen zalig, die volhard hebben; gij hebt van de volharding van Job gehoord en gij hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming. Maar vooral, mijn broeders, zweert niet, noch bij de hemel, noch bij de aarde, noch welke andere eed ook. Laat ja bij u ja zijn en neen neen, opdat gij niet onder het oordeel valt. Heeft iemand onder u leed te dragen? Laat hij bidden. Is iemand blij te moede? Laat hij lofzingen. Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden. Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.”
Jacobus 5:1-16
Boodschap
Genezing. Dit is een zeer actueel onderwerp. Elk jaar betalen we hogere premies. Ziekenhuizen hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Genezing. Ieder mens wil gezond zijn of weer worden. Ook Gods Woord spreek erover. En dat kost geen geld. Voor wie was deze boodschap bestemd? Uit deze brief blijkt, dat het geschreven werd aan Messiasbelijdende Joden. We kunnen maar een klein gedeelte van deze brief bespreken.
“Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden.”
Jacobus 5:14-15
De tekst heeft hier twee delen. Er zijn veel vormen van lijden. De totale mens bestaat uit geest, ziel en lichaam. Ook gelovigen kunnen problemen hebben. Het gaat hier om iemand, Jood of heiden, die de Messias belijdt. Iemand bij wie de Here Jezus centraal in zijn leven staat. In zo’n situatie mag hij/zij de oudsten van de Gemeente roepen om voor hem te bidden en hem of haar in de naam des Heren te zalven. De belofte is, dat de zieke opgericht zal worden. Dat is iets anders dan rechtop in bed zitten. In de grondtekst staat: gered zal worden. Gered van wat? Dat kan lichamelijk, psychisch of pneumatisch, of te wel geestelijk, zijn. Jacobus was een Jood met Hebreeuws denken. In dat denken gaat niet maar om de lichamelijke problemen, waar onze tijd zo zwaar de nadruk oplegt. Het gaat om de totale mens. Dat wil zeggen geest, ziel en lichaam. Gods Woord leert, dat geest en ziel niet hetzelfde zijn.
“En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.”
1 Thessalonisenzen 5:23
en het volgende gedeelte:
“Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest,”
Hebreeën 4:12
Genezing is niet los verkrijgbaar. Waarom zou iemand, die niet in de Here Jezus gelooft bij Hem genezing zoeken? De gelovige zieke kent de oudsten, en zij kennen hem. Het gesprek vindt plaats in de woning van de hulpzoekende. Waarom daar? Daar moet de vraag gesteld worden of er mogelijk sprake van zonde is. Dat moet niet in een massabijeenkomst op een podium. Het gaat hier om zaken, waar niemand wat mee te maken heeft. In een volgende overdenking hoop ik daar op terug te komen. Dit gesprek, het gebed en de zalving met olie behoort plaats te vinden in de intieme kring, waar geheimhouding verzekerd is. Ook de oudsten zijn daar aan gebonden. Het gaat om geestelijk rijpe broeders. Hun relatie met de Heer van de Gemeente moet ook zuiver zijn. Bij allen, die bij deze gebeurtenis betrokken zijn mag er geen sprake van bewuste en onbeleden zonde zijn, die gebedsverhoring in de weg staat. Als dingen uitlekken en rondzingen, is dat funest voor pastorale zorg. Het is ook geen magisch gebeuren. De handelingen worden verricht en dan moet het gebeuren Zo werkt het niet. En al helemaal niet, waar geen genezing plaatsvindt, de hulpzoekende er de schuld van krijgt, omdat hij/zij niet gelooft. Het gaat om het welzijn van de hulpzoekende. Het gaat om tijdelijk of eeuwig welzijn. Het probleem kan lichamelijk of gevoelsmatig zijn, of de combinatie ervan, wat psychosomatisch genoemd wordt. Het kan ook puur geestelijk zijn. Gods Woord is duidelijk. In kinderlijk eenvoudig geloof mogen we die weg gaan. Daarbij blijft het altijd: Uw wil geschiede, ook al begrijpen we het niet. Ik kom er een volgend keer op terug.
Amen.
~Dr. K. van Berghem