De zekere toekomst van de christen [Serie]
Een andere Christus
“Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel.”
2 Corinthiërs 11:4
Schriftlezing
“Och, verdroegt gij een weinig onverstand van mij! Maar dat doet gij ook. Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel. Ik acht toch volstrekt niet te hebben ondergedaan voor die onvergelijkelijke apostelen. Ben ik dan al onervaren in het spreken, in kennis ben ik het niet, maar wij hebben die alleszins en in alle opzichten bij u openbaar gemaakt. Of heb ik er verkeerd aan gedaan, dat ik, om u te verhogen, mijzelf vernederde door u om niet het evangelie Gods te verkondigen? Andere gemeenten heb ik geplunderd door vergoeding aan te nemen om u van dienst te kunnen zijn, en toen ik bij u was en gebrek kreeg, ben ik niemand lastig gevallen, want wat mij ontbrak, hebben de broeders, die uit Macedonië kwamen, aangevuld en in elk opzicht heb ik mij ervoor gewacht u tot last te zijn, en dit zal ik blijven doen. Zo zeker als de waarheid van Christus in mij is: dit roemen zal mij niet belet worden in de streken van Achaje. Waarom niet? Omdat ik u niet liefheb? God weet het. Maar wat ik doe, zal ik blijven doen, om hun de gelegenheid af te snijden, die er een zoeken, zodat zij in hetgeen, waarin zij roemen, blijken te zijn zoals ook wij. Want zulke lieden zijn schijnapostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.”
2 Corinthiërs 11:1-15
Studie
In zijn tweede brief aan de Corinthiërs gebruikt de apostel Paulus stevige taal. Toch had de apostel een heel goede relatie met deze Gemeente. Daarom was hij bezorgd en misschien zo direct in zijn uitspraken. Achter zijn rug waren er schijnapostelen gekomen, die de nodige onrust veroorzaakten. Uit de eerste Brief aan deze Gemeente blijkt, dat er al eerder een en ander was voorgevallen. Toen schreef hij onder andere:
“Ik dank God te allen tijde over u, vanwege de genade Gods, die u in Christus Jezus geschonken is; want in elk opzicht zijt gij rijk geworden in Hem: in alle woord en alle kennis, gelijk het getuigenis aangaande Christus onder u bevestigd is, zodat gij ten aanzien van geen enkele genadegave te kort komt, terwijl gij uitziet naar de openbaring van onze Here Jezus Christus.”
1 Corinthiërs 1:4-7
Maar in diezelfde brief vat hij de koe bij de horens:
“Inderdaad men spreekt van hoererij onder u, en zulk een hoererij, als zelfs onder de heidenen niet (voorkomt), dat iemand leeft met de vrouw van zijn vader.”
1 Corinthiërs 5:1
Een Gemeente waarin al het nodige aanwezig was, waarover veel goeds wordt gezegd. Maar hier kijkt de apostel niet even de andere kant uit. De Gemeente mag kiezen: hoe willen ze het?
“Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht. Wat wilt gij? Moet ik met de roede tot u komen, of met liefde en in een geest van zachtmoedigheid?”
1 Corinthiërs 4:20-21
Alsof het er allemaal niet op aankomt, zorgen indringers ook nog eens voor de nodige verdeeldheid en verwarring in de Gemeente. Hoewel velen ijverig naar de identiteit en herkomst van deze schijnapostelen gezocht hebben, is dat nooit duidelijk geworden. Maar dit is hier niet het belangrijkste. Dit is het voorbeeld van een levende Gemeente, waarin alles te vinden was, wat gelovigen nodig hebben. Maar net als in de bruisende Gemeente van Jeruzalem op de Pinksterdag, zat ook in deze modelgemeente de kiem van het bederf onder de leden. In Handelingen 5 vallen er zelfs doden in de Gemeente. Daar maakt de Heilige geest zelf pijnlijk duidelijk, wat in de Gemeente niet geaccepteerd wordt. De Gemeente van Christus op aarde is niet volmaakt, maar het is ook geen pretpark. De gelovigen zijn op weg naar de volmaaktheid maar zullen die op aarde niet bereiken. De Gemeente wordt niet alleen van buitenaf maar ook van binnenuit aangevallen. Druk van buiten is begrijpelijk, maar van binnenuit is veel pijnlijker. Paulus heeft zich met sterke gevoelens van sympathie en verbondenheid voor deze Gemeente ingezet. In zijn brief waarschuwde hij ervoor, dat de Gemeente gemakkelijk door de eerste de beste spreker een andere Jezus aangeprezen zou kunnen worden. Wie een spreker uitnodigt moet wel goed weten, wie hij vraagt. Paulus was er niet tegen, dat er iemand werd uitgenodigd maar over verkondigers van een ander Evangelie was de apostel glashelder. Wat Paulus zei, was niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. Aan een andere Gemeente schreef hij bij voorbeeld:
“Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk van degene, die u door de genade van Christus geroepen heeft, laat afbrengen tot een ander evangelie, en dat is geen evangelie. Er zijn echter sommigen, die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!”
Galaten 1:6-8
“O, onverstandige Galaten, wie heeft u betoverd, wie Jezus Christus toch als gekruisigde voor de ogen geschilderd is?”
Galaten 3:1
De Gemeente in Corinthe was onder een soort hypnose. Terwijl ze er met hun neus bovenop zaten, drong het niet tot hen door, dat ze misleid werden. Zo komt er een andere geest de Gemeente binnen. Dat gebeurde niet alleen in die tijd. Vandaag is het niet anders. Er heerst een klimaat van tolerantie, ieder heeft zijn waarheid, en die moet gerespecteerd worden. Een absolute waarheid kan vandaag niet meer. Je moet een andere de ruimte geven. Maar als het zo gaat, is de Gemeente geen Gemeente meer. Dan wordt het een godsdienstige club. En als de schijnapostelen de Corinthiërs zover konden krijgen, zouden ze dat nog goed vinden ook. In het klimaat van vandaag komt het optreden van de apostel Paulus nogal bazig over. Dat is niet meer van deze tijd, hoor je dan. Inderdaad, dat is niet meer van deze tijd. En dat is nu juist het probleem. Een alledaags Nederlands spreekwoord zegt: “Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.” Een andere Jezus? Dat kan alleen door valse apostelen verkondigd worden. Door kritiek op de apostel Paulus te leveren, moesten deze indringers zichzelf bewijzen. Hoe deden ze dat? In die tijd was het gewoonte, dat sprekers zich voor hun optreden lieten betalen. Dat deed Paulus niet. Dat was verdacht. Dan kun je geen echte verkondiger zijn. Hoe reageerde Paulus?
“Want zulke lieden zijn schijnapostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken.”
2 Corinthiërs 11:13-15
In dezelfde Brief had Paulus al geschreven:
“Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil.”
2 Corinthiërs 4:3-5
Maar dat deden de schijnapostelen nu juist niet. In bijeenkomsten is Gods tegenstander altijd onzichtbaar aanwezig. Daarover schreef de apostel Petrus:
“Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof …”
1 Petrus 5:7-9a
De vijand is hongerig als een brullende leeuw om te verslinden, alleen hij brult niet. Hij komt op kousevoeten, onhoorbaar. Dat is het verraderlijke. Geen enkele vijand zegt ooit: pas op, ik kom er aan. Hij slaat zijn slag, als zijn slachtoffer er geen erg in heeft. Geestelijke onnozelheid is gevaarlijk. Men moet zich niet laten verleiden door mooie blauwe ogen, een sympathiek overkomende spreker. Het gaat niet om de presentatie, het uiterlijk. Het gaat om de inhoud, niet om de verpakking. De aloude truc van Satan is om eerst twijfel te zaaien. Vriendelijk vraagt hij: weet je wel zeker, dat God dat gezegd heeft? Het is niet verkeerd om in Jezus te geloven, maar dat is de kindervriend van de zondagschool. Die tijd is toch al lang voorbij! Het volgende gedeelte zal u misschien verrassen of misschien zelfs overrompelen. Het is niet uit liefhebberij, maar uit noodzaak, dat aandacht aan New Age moet worden besteed. Voor zover mij bekend wordt er in kerk en gemeente niet of nauwelijks over gesproken. Maar dat postmoderne denken doortrekt de hele samenleving. Misschien interesseert het u niet. Vergis u niet, New Age heeft wel belangstelling voor u. New Age is diep in de samenleving doorgedrongen. En niet alleen in de samenleving, maar tot in kerk en gemeente actief aanwezig. Langs een omweg moet de gelovige er aan gaan wennen, dat Jezus van Nazareth, de Christus, eigenlijk niet de enige Redder der wereld zou zijn. Dat kan vandaag niet meer. Zo denken mensen nog, die niet met hun tijd mee kunnen. De vooruitstrevende schijnapostelen denken daar heel anders over. Zij vinden, dat Christenen hun geloof in Jezus Christus als enige Heer en Verlosser moeten opgeven. Zo heeft de New-Age-god van Neale Donald Walsch verklaard, dat “het tijdperk van de Enige Verlosser voorbij is.” In zijn boek Een ongewoon gesprek met God, leert hij, “er is een goddelijk plan voor alles en daarom ook een goddelijke aanwezigheid in alles.”(zijn curs. p. 65). Ook Bijbelgetrouwe gelovigen lezen dit boek. Walsch leert Panentheïsme. Het betekent: “God is in alles.” Dit staat letterlijk in het boek Doelgericht Leven waar Rick Warren (pag. 91) geciteerd uit de corrupte New Century Bible (1991)staat : (God) “rules everything and is everywhere and is in everything.” Dit boek werd met tientallen miljoenen exemplaren verspreid. Voor Efeze 4:6 werd de Groot Nieuws Bijbel gebruikt. Daar staat heel wat anders:
“Er is één God, die boven allen staat, door allen werkt en in allen aanwezig is.”
Efeze 4:6
De Nederlandse vertaling maakt de gebruikte Schriftvervalsing van Rick Warren onzichtbaar. God is in “allen,” niet in “alles.” Aan de basis wordt de Nederlandse lezer op het verkeerde been gezet, alleen hij weet het niet. Een andere God, een andere Christus. Dit staat in regelrechte tegenspraak met Gods Woord. God maakt geen deel uit van de Schepping, zoals de New Age leert en daarbij ondersteund door een corrupte bijbel. In de gangbare Statenvertaling, zowel als in de Nieuwe Vertaling (1951), staat:
“In den beginne schiep God de hemel en de aarde,”
Genesis 1:1
“God schiep de mens,”
Genesis 1:27
“God (is) de Schepper van alle dingen…”
Efeze 3:9
God is niet “in alles,” maar alleen door Zijn Geest in Zijn kinderen. Dit soort Schriftvervalsingen valt bijna niet op. Die mag de gelovige niet voor lief nemen. Integendeel, dit moet direct verworpen worden. Wordt daar ook voor gewaarschuwd? Met deze tactiek, dit Paard van Troje, komen de New Age-ideeën de Gemeente binnen. Dit is het topje van de ijsberg. Daar niet iedereen in de gelegenheid is dit zelf te onderzoeken, dragen voorgangers, predikanten en geestelijke leiders de verantwoordelijkheid hun kerk, gemeente of gemeenschap hierover voor te lichten. Om het verhaal nog even spannend te houden is in de loop der jaren gebleken, dat sommige Bijbelgetrouwe leiders, welhaast onopgemerkt in hun denken begonnen te verschuiven, zonder dat dit hun achterban opviel.
De volgende keer zal aandacht aan de Voorzegde Afval worden besteed.
~Dr. K. van Berghem
