De zekere toekomst van de christen [Serie]
Mogelijke Misleiding van de Gelovige
“Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen; en uit eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken.”
Handelingen 20:29-30
Schriftlezing
“En nu, zie, ik weet, dat gij allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed; want ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen. Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft. Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen; en uit uw midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Waakt dan en herinnert u, dat ik drie jaren lang nacht en dag niet heb opgehouden ieder afzonderlijk onder tranen terecht te wijzen. En nu, ik draag u op aan de Here en het woord zijner genade, aan Hem, die bij machte is te bouwen en het erfdeel te geven onder alle geheiligden.”
Handelingen 20:25-32
Studie
De apostel Paulus waarschuwde:
“Weet wel, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen: want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldgierig,
(…)
met meer liefde voor genot dan voor God, die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochend hebben; houd ook dezen op een afstand.”
2 Timotheüs 3:1, 4-5
In die tijd leven wij, valse profeten van megakerken in luxe villa’s in glanzende Mercedessen. Soms is de misleiding nog meer geraffineerd. Niet alleen in nieuwe grote kerken en gemeenten, die de aandacht trekken. Het probleem kan zich ook voordoen in het eigen vertrouwde milieu, waar men elkaar kent. Daar kan het verschijnsel optreden, dat bekend staat als bedrijsfsblindheid. Men weet niet beter. Is er een oplossing voor? Er bestaan er ook geestesgaven:
“Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen,”
(…)
“aan de een werking van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van geesten,”
1 Corinthiërs 12:7, 10a
Aan “ieder” betekent niet aan Jan en alleman, maar aan de gelovigen. Daar worden niet de mensen mee bedoeld, die een vlotte babbel hebben. Het gaat om wedergeboren gelovigen, die dicht bij de Heer leven en aan Zijn Woord vasthouden. Alles wat door predikanten en voorgangers gezegd wordt, behoort op Gods Woord gebaseerd te zijn. De gelovigen behoren het aan Gods Woord te toetsen. Het is nodig de goddelijke profetie van de valse profetie te scheiden. Meer dan ooit komt het aan op onderscheidingsvermogen. De valse profeten worden niet alleen in de wereld, maar helaas in de kerk en tot op de kansel aangetroffen. Het begrip woord “misleiding” en daarvan afgeleide vormen, komt 40 keer zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament voor. Alle eeuwen door werd en wordt geprobeerd mensen met mooie woorden op het verkeerde been te zetten. Misleiding is daarom zo’n gevaarlijk wapen omdat het allemaal zo echt lijkt. Er kunnen elementen van waarheid inzitten. Maar onder een vertrouwend beeld wordt dan een vals element binnengesmokkeld. Hoewel we niet moeten overdrijven, moeten we ons met de apostel Paulus bewust zijn dat:
“Indien dan nog ons evangelie bedekt is, is het bedekt bij hen, die verloren gaan, ongelovigen, wier overleggingen de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is.”
2 Corinthiërs 4:3-4
De apostel Paulus waarschuwde ervoor. Ongelovigen in kerk en gemeente. Hoeveel kerkgangers zijn er, die voor gelovige doorgaan, maar Gods Woord toch niet geloven, zelfs niet als het over misleiding gaat. Mensen geloven maar al te gemakkelijk, dat zij niet misleid kunnen worden. Ze zijn er immers zelf bij; zij laten zich niet beetnemen. Wie zo denkt is hoogmoedig en is al misleid. Dit leidt altijd tot grote geestelijke schade. Als het begrip misleiding zo vaak voorkomt, moet de gelovige opletten, dat het hem niet overkomt. Hier volgen een viertal Schriftgedeelten, die dit onderwerp aansnijden:
“Want zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Laten uw profeten die in uw midden zijn, en uw waarzeggers u niet misleiden, en luistert niet naar uw dromers, die gij laat dromen; want zij profeteren u vals in mijn naam; Ik heb hen niet gezonden, luidt het woord des Heren.”
Jeremia 29:8-9
“Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen.”
Romeinen 16:17
“Want zulke lieden zijn schijnapostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts.”
2 Corinthiërs 11:13-14
“Laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
(…)
en toetst wat de Here welbehagelijk is.
(…)
Daarom heet het: Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.”
Efeziërs 5:6-7, 10, 14-17
Toen de Gemeenten pas ontstaan waren of ontstonden, had de apostel Paulus had al een zware strijd te voeren. In de Gemeenten van Colosse en Laodicea waren toen ook al problemen. Zie maar waar het na verloop van tijd in de Gemeente Laodicea op uitliep:
“En schrijf aan de engel der gemeente te Laodicea: Dit zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping Gods: Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen.”
Openbaring 3:14-16
Dit is toch onvoorstelbaar. Hoe lang bestond die Gemeente toen al? De mensen van het eerste uur waren er misschien nog, of hun kinderen, die het allemaal hadden meegemaakt. Was het hopeloos? Nee, nog niet, want de Heer der Gemeente liet de boodschap brengen:
“Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op mijn troon, gelijk ook Ik heb overwonnen en gezeten ben met mijn Vader op zijn troon. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.”
Openbaring 3:20-22
Het was de omgekeerde wereld. Ze waren aan het kerkje spelen, maar daar is de Gemeente niet voor. Binnen gonsde het van de activiteit, maar de Heer van de Gemeente, stond op de stoep en klopte of Hij binnenmocht. Het ging Paulus om het geestelijke inzicht van de gelovigen. Terwijl de inkt van het Nieuwe Testament nauwelijks of nog niet eens droog was, doken er figuren op, die dingen verkondigden waar ze winst uit sloegen. Ook vandaag liggen de voorbeelden van misleiding voor het oprapen. In een massabijeenkomst werd met veel ophef een vrouw genezen verklaard. De menigte was in jubelstemming. Later bleek dat er geen spoor van genezing te vinden was. Maar daar was de menigte niet bij. Dit kan met videomateriaal, een persoonlijk getuigenis en met een rouwbrief aangetoond worden. Ja maar, zegt iemand, in het Nieuwe Testament zijn toch voorbeelden, dat mensen genezen werden. Inderdaad. Kan God genezen? Ja! Maar God doet niet altijd wat HIJ kan. Het wordt tijd, dat we de Bijbel leren lezen, zoals die gelezen moet worden. Velen zien over het hoofd, dat, hoewel ze in het Nieuwe Testament staan, meer dan 95% van de 4 Evangeliën inhoudelijk tot het Oude Verbond horen. De genezingen en de wonderen in de Evangeliën waren tekenen van het aangekondigde Koninkrijk. Zo zou het allemaal worden als het Koninkrijk kwam. Daarover ging het vorige week. Maar het Koninkrijk werd verworpen. Vandaag heerst In bepaalde kringen de opvatting, dat door het volbrachte werk van Christus niet alleen vergeving van zonden, maar ook genezingen en wonderen tot de verlossing van de wedergeboren zondaar horen. Dat is een misvatting. Er worden nu geen doden opgewekt, en gelovigen sterven. Hoe dan? Is het nu dan anders dan in de tijd van de Evangeliën? Ja, dat leert ons Jacobus:
“Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren. En het gelovige gebed zal de lijder gezond maken, en de Here zal hem oprichten. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergiffenis geschonken worden. Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.”
Jacobus 5:14-16
Dit is de weg, die door Gods Woord voor de Gemeente van Christus wordt aangegeven. Zo behoort het te gaan in iedere kerk en gemeente. Maar omdat het vaak niet gebeurt, zoeken mensen het ergens anders. Soms worden lang te voren gebedsgenezingen aangekondigd. De lastige bocht van het vertrouwelijke pastorale gesprek over mogelijk bestaande zonden wordt afgesneden. Bij een luidruchtige genezing op een podium is daar geen tijd voor. Trouwens, men kent elkaar niet eens, en van een vertrouwde intieme sfeer is al helemaal geen sprake. Het aan de kant schuiven van Gods Woord geeft al aan, dat er iets niet klopt. Ook doen sommige wijsneuzen alsof ze Gods planning kunnen regelen. Lang te voren wordt met plaats en tijd gebedsgenezing aangekondigd. God weet, dat Hij op die plaats en tijd aanwezig moet zijn om zieken te genezen. Het staat immers op posters. Kan God zieken genezen? Ja, natuurlijk, maar niet op menselijk commando. Maar als er voor genezing in het pastoraat van kerk en gemeente geen plaats is, zoeken mensen elders met alle gevolgen van dien. Een ander netelig onderwerp is profetie. Iemand die denkt te moeten profeteren, moet zich wel afvragen of God hem gezonden heeft. Ook de mensen die hem horen moeten zich afvragen of deze profetie van God is of niet. Daarover schreef de apostel Johannes:
“Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan.”
1 Johannes 4:1
Ook in die tijd waren er al leugengeesten aan het werk. Hoe moet zo’n geest beproefd worden? Een praktisch voorbeeld. Een gebedsgroep in Engeland bad om Opwekking. Er gebeurden wondere dingen. Er werd niet langer aan getwijfeld, dat God het gebed verhoorde. De Heilige Geest gebruikte een meisje van 15 jaar als instrument. Ze openbaarde de zonden van een vooraanstaand iemand in de groep. Diep beschaamd ging de man naar een aangrenzend vertrek. Daar bekende hij, dat het waar was. Nauwelijks terug binnen zei dezelfde stem, dat hij nog niet alles beleden had en er nog een onbeleden zonde was. Ook dat bleek waar te zijn. De man en het meisje kenden elkaar niet. Een leidinggevende broeder in de groep vertrouwde het niet. Toen hij dat na de bijeenkomst in kleine kring zei, werd hij zelfs gewaarschuwd voor de zonde tegen de Heilige Geest. Hij bleef overtuigd, dat dit niet van God was. Er werd afgesproken, dat de geest van het meisje op de proef gesteld zou worden. In gesprek met het meisje, werd tegen de geest gezegd, dat men niet door hem misleid wilde worden. Als u de kracht van God bent, zei een broeder, zult u er mee instemmen, dat we volgens Gods Woord handelen: Beproef de geesten of ze uit God zijn. De hele groep knielde neer en bad tot God om barmhartig over hen te zijn en te openbaren met wie ze te maken hadden. Daarop moest deze geest zichzelf met eigen instemming openbaren. De geest, die dit meisjes gebruikt had, vertrok haar gezicht tot afschuwelijke grimassen en schreeuwde op een doordringende toon: “Ik ben betrapt, nu ben ik betrapt.” Hoewel ze de waarheid had gesproken, werd de valse profetes ontmaskerd en haar waarzeggende geest uitgeschakeld. Menselijk brein kan dit probleem niet aan, er is geen ander richtsnoer dan Gods Woord. Wie een bovennatuurlijke macht zelf wil aanpakken, lijdt aan zelfoverschatting en loopt groot gevaar. Wie buiten Gods Woord om werkt, is misleid. Mensen zijn niet intelligenter dan de macht der duisternis. Het aloude Woord waarschuwt er voor:
“Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet.”
Spreuken 3:5
In veel gevallen weten mensen niet wat ze doen moeten of laten de zaak rusten. Men schuwt de strijd, die de apostel Judas omschreef als:
“Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is.”
Judas 1:3
De zinsnede “tot het uiterste te strijden” is de vertaling van het Griekse werkwoord “agonizomai.” Wie Frans en Engels verstaat herkent het “agonie,” en “agony,” dat doodsstrijd betekent. Het is alles of niets. Als de gelovige die strijd uit de weg gaat, heeft hij de strijd verloren en lijdt de geestelijke nederlaag. Die strijd moet men ook nooit alleen aangaan en alleen meest geestelijk volwassen gelovigen. Overmoed is gevaarlijk, angst is een slechte raadgever. Grondige voorbereiding, zonodig met bidden en vasten, is nodig.
De volgende keer staat een studie op het programma over een andere Christus. Mattheüs en Marcus spreken zelfs van valse profeten en valse christussen.
~Dr. K. van Berghem