De zekere toekomst van de christen [Serie]
Het Profetische Woord
“De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten.”
Jesaja 61:1-2
Schriftlezing
“De Geest des Heren Heren is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft; Hij heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen, om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting des Heren, tot zijn verheerlijking. Zij zullen de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijd doen herrijzen en de steden vernieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht. Vreemden zullen gereed staan om voor u de kudden te weiden, vreemdelingen zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn; maar gij zult priesters des Heren heten, dienaars van onze God genoemd worden; gij zult het vermogen der volken genieten en u op hun heerlijkheid beroemen. In plaats van uw schande gewordt u dubbele vergoeding en in plaats van smaad zullen zij jubelen over hun deel; zo zullen zij dan in hun land dubbele vergoeding verkrijgen, blijvende vreugde zal hun geworden. Want Ik, de Here, heb het recht lief. Ik haat onrechtmatige roof, Ik zal hun stipt hun loon geven en een eeuwig verbond met hen sluiten. En hun nageslacht zal onder de volken vermaard zijn en hun nakomelingschap te midden der natiën; allen die hen zien, zullen erkennen, dat zij het nageslacht zijn, dat de Here gezegend heeft. Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, gelijk een bruidegom, die zich als een priester het hoofdsieraad ombindt, en gelijk een bruid, die zich met haar versierselen tooit. Want zoals de aarde haar gewas voortbrengt en een hof zijn zaaisel doet uitspruiten, zo zal de Here Here gerechtigheid en lof doen uitspruiten voor het oog van alle volken.”
Jesaja 61:1-11
Dit staat nog altijd onveranderd op Gods programma. Het gaat gebeuren. In het Evangelie van Lucas lezen we de voorlopige vervulling van deze profetie. Hier blijkt, dat die profetie ook nu nog niet helemaal vervuld is.
“En Jezus keerde in de kracht des Geestes terug naar Galilea. En de roep over Hem ging uit door de gehele streek. En Hij leerde in hun synagogen en werd door allen geprezen. En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren. Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is dit Schriftwoord voor uw oren vervuld.”
Lucas 4:14-21
Studie
Is profetie belangrijk? Tijdens de verheerlijking van de Here Jezus op de berg zei God:
“Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zei: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!”
Mattheüs 17:5
Als ooggetuige bij die gebeurtenis schreef de apostel Petrus later:
“En deze stem hebben ook wij uit de hemel horen komen, toen wij met Hem op de heilige berg waren. En wij achten het profetische woord (daarom) des te vaster, en gij doet wèl, er acht op te geven als op een lamp, die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw harten.”
2 Petrus 1:17-19
Profetie verdient onze aandacht. Niet alleen maar om wat Petrus zei. Van de 39 Oudtestamentische boeken zijn er 17 profetisch, dat is meer dan 40%. Van de gehele Bijbel is een kwart profetisch. Het is dan wel belangrijk er studie van te maken. Profetie, wat is dat eigenlijk? Gods Woord werd als het ware in hen gelegd. De apostel Paulus schreef aan zijn discipel Timotheüs:
“Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;”
2 Timotheüs 3:16
Het voltooid deelwoord ingegeven is de vertaling van het Griekse theo-pneustos, dat wil zeggen (door) God geademd. Ze gaven niet hun eigen mening maar spraken Gods Woord uit. De betrouwbaarheid van de Bijbelse profetie blijkt ook uit de eenstemmigheid van de profeten. In welke situatie en in welke eeuw ze ook leefden, ze spreken elkaar niet tegen. Integendeel ze trokken één lijn. Petrus vergelijkt de profetie met een lamp, die licht in de duisternis geeft. Daar kunnen we vandaag ons voordeel mee doen. De profetie laat ons niet in onzekerheid over de grote lijn van Gods plannen met de mensen en deze wereld. Hiermee hebben we vaste grond onder de voeten. Nu gaat het er om, hoe we de profetie uitlegen. Daarover zijn de geleerden het onder elkaar ook lang niet altijd eens. Dan is de vraag: wat heb je er dan aan? Ook daar maakt de apostel Petrus een opmerking over. Nadrukkelijk zegt hij:
“Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat.”
2 Petrus 1:20
Hier mengt ook de apostel Paulus zich in het gesprek. Aan de Gemeente in Corinthe schreef hij:
“Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te beoordelen is.”
1 Corinthiërs 2:12-14
Ongelovigen, ook al zijn ze professor in de theologie met hun eigen mening, kunnen de profetie niet begrijpen. Als ze de Heilige Geest niet hebben, blijft profetie voor hen een gesloten boek. Academische titels werken hier niet. De enig veilige regel voor uitleg van Gods Woord is de Bijbel zelf. Wie denkt tegenspraak in de Bijbel te vinden, heeft iets niet goed begrepen. Gods Woord spreek zichzelf nooit tegen. De Here Jezus zelf zei tegen de discipelen:
“Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen.”
Johannes 16:12-13
De verlichting van de Heilige Geest werd gegeven aan hen, die Gods Woord onderzochten. Het Nieuwe Testament was toen nog niet geschreven. Er is betrouwbare profetie; Gods Woord legt zichzelf uit en ook vandaag hebben we de verlichting van de Heilige Geest. Wat letterlijk uitgelegd kan worden, wordt ook letterlijk uitgelegd, wat symbolisch bedoeld wordt, moet ook symbolisch verstaan worden. Wie nu de genoemde profetie van Jesaja en het Evangelie van Lucas naast elkaar legt, komt tot de ontdekking, dat de Here Jezus het tweede deel van Jesaja’s profetie niet noemt. Heeft de Here Jezus iets vergeten? Het was toch maar de helft van wat de profeet Jesaja gezegd had. Jezus sprak over het aangename jaar des Heren, maar geen woord over de wraak, waar Jesaja het over had. Het gaat hier om een voorlopige vervulling van Jesaja’s profetie. Die wraak komt later. Dat later is ook nu nog toekomst. We hoeven maar te denken aan de Grote Verdrukking uit het boek Openbaring. In veel gevallen wordt de inhoud van dat boek niet letterlijk maar zinnebeeldig opgevat. Daarover bestaan dan verschillende opvattingen, zodat niemand meer weet wat er eigenlijk bedoeld wordt. Voor zover mij bekend is dit ook het enige boek, waarover Calvijn geen commentaar geschreven heeft. De Hervormers waren daar niet zo mede bezig. Ze legden Gods Woord ook letterlijk uit behalve als het over de toekomstverwachting ging. Op dat punt volgden ze de Rooms-Katholieke leer waarin zij geen probleem zagen. Vanwege ook de gemiddeld jonge leeftijd waarop mensen toen stierven, lag het zwaartepunt bij de vraag hoe de mens zekerheid van behoud kon krijgen. De brandende vraag bij Luther was: waar vind ik een genadig God? Wij staan nu eeuwen verder in de tijd. We kunnen nu dingen begrijpen, die vroeger niet begrepen werden. Maar, wij weten ook niet alles, nog lang niet. En speculeren moeten we beslist niet doen. De boodschap in het Evangelie van Lucas was bestemd voor Israël. Toen de Here Jezus zei: “De Geest des Heren is op mij, omdat de Here mij gezalfd heeft,” was dat ook letterlijk zo. Toen Hij zei: “God heeft mij gezonden om een blijde boodschap te brengen aan ootmoedigen,” was dat ook zo. Zijn heraut, Johannes de Doper, ging Hem vooruit,
“En zei: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.”
Mattheüs 3:2
In aansluiting daarop zond de Here Jezus Zijn discipelen uit:
“Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.”
Mattheüs 10:7
Israël kreeg een voorproef van wat het Koninkrijk Gods in de praktijk betekende: “om te verbinden gebrokenen van hart, om voor gevangenen vrijlating uit te roepen en voor gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen een jaar van het welbehagen des Heren.” Lucas citeerde de Here Jezus:
“Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit.”
Mattheüs 10:8
En dit is ook letterlijk gebeurd, totdat onder aanvoering van de geestelijke leiders het Koninkrijk verworpen werd. Als we het aangename jaar des Heren voor Israël letterlijk nemen, moeten we ook de dag der wraak letterlijk nemen. Daarom moeten Christenen voor Israël bidden, dat zij de Messias gaan erkennen. Dan geldt de dag van wraak alleen voor hen, die dat niet doen. Daar moeten we niet aan denken. Als het over profetie gaat is dit niet meer dan een summiere inleiding, een tipje van de sluier. Dan denken we aan wat de apostel Paulus in zijn brief aan de Gemeente in Rome schreef in de hoofdstukken 9 tot en met 11. God heeft Zijn volk niet verstoten.
De volgende keer zal het gaan over de mogelijke misleiding van de gelovige. Het komt 40 keer zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament voor. Misleiding betekent, mensen op het verkeerde been zetten. Een gevaarlijk wapen. Als dit begrip zo vaak voorkomt is het voor de gelovige zaak op te letten, dat het hem niet overkomt.
“Want zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Laten uw profeten die in uw midden zijn, en uw waarzeggers u niet misleiden, en luistert niet naar uw dromers, die gij laat dromen; want zij profeteren u vals in mijn naam; Ik heb hen niet gezonden, luidt het woord des Heren.”
Jeremia 29:8-9
~Dr. K. van Berghem