De Voorwaarde
[flash /flv/20080127_de_voorwaarde.flv]
“Maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”
Hebreeën 11:6
Schriftlezing
“Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet. Want door dit (geloof) is aan de ouden een getuigenis gegeven. Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare. Door het geloof heeft Abel aan God een beter offer gebracht dan Kaïn; hierdoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was, daar God getuigenis gaf aan zijn gaven, en hierdoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is. Door het geloof is Henoch weggenomen zodat hij de dood niet zag, en hij werd niet meer gevonden, want God had hem weggenomen. Want voordat hij werd weggenomen, is van hem getuigd, dat hij God welgevallig was geweest; maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken. Door het geloof heeft Noach, nadat hij een godsspraak ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin; en door dat (geloof) heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt. Door het geloof is Abraham, toen hij geroepen werd, in gehoorzaamheid getrokken naar een plaats, die hij ter erfenis zou ontvangen, en hij vertrok, zonder te weten waar hij komen zou. Door het geloof heeft hij vertoefd in het land der belofte, als in een vreemd land, waar hij in tenten woonde met Isaak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte; want hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is. Door het geloof heeft ook Sara kracht ontvangen om moeder te worden, en dat ondanks haar hoge leeftijd, daar zij Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte. Daarom zijn er dan ook uit één man, en wel een verstorvene, voortgekomen als de sterren des hemels in menigte en gelijk het zand aan de oever der zee, dat ontelbaar is. In (dat) geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet, en zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid.”
Hebreeën 11:1-16
Boodschap
In dit vers gaat het over een voorwaarde. Er zijn veel mensen die geloven in iets. Er moet wel Iets zijn, maar niemand weet eigenlijk wat het is. Waar is het bewijs, dat er iets is? Dit wordt “ietsisme” genoemd. Ook als je niet gelooft, maar het filosofisch wil beredeneren, kun je er niet om heen, dat alles wat we om ons heen zien, ergens een oorsprong moet hebben. Wie of wat, heeft dit dan in gang gezet? Het eerder vers uit dit hoofdstuk zegt:
“Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.”
Hebreeën 11:3
Wie niet gelooft, wil alles kunnen beredeneren. De zogenaamde neutrale wetenschap zegt, dat wat je niet kunt bewijzen, is er niet. Is wetenschap dan niet neutraal? Nee, want ze gaat uit van het bewijsbare, het waarneembare. Maar het geloof heeft te maken met het niet waarneembare. Als wetenschap bij voorbaat een element van de realiteit uitsluit, is ze niet neutraal maar bevooroordeeld. Het geloof rekent met het bovennatuurlijke. Er wordt veel gediscussieerd over het ontstaan van het universum. In veel gevallen willen mensen het niet over de schepping hebben. Dat is niet wetenschappelijk. Maar zo is het met alle theorieën, die over het ontstaan van het heelal bestaan. Niemand is er bij geweest. Niemand kan dus iets bewijzen. Er waren geen ooggetuigen geweest, en in een laboratorium kan het niet overgedaan worden. Uit de dingen, die we om ons heen zien, wordt dan geprobeerd de oorzaak op te sporen. Uit de dingen, die bestaan wordt geprobeerd het probleem op te lossen. Uit het hier aangehaalde vers blijkt, dat het zo niet werkt. Er is geloof nodig. En zonder geloof kan niemand bij God, de Schepper van hemel en aarde, terecht. Wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat. En dat niet alleen. Hij beloont de mens, die Hem ernstig zoekt. Maar iemand, die niet gelooft, dat God bestaat, komt niet verder. Hij blijft steken in theorieën en veronderstellingen. De tekst, die dit duidelijk aangeeft zegt:
“Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare.”
Hebreeën 11:3
Ons bestaan valt niet af te leiden uit wat we zien, maar uit wat we niet zien. Het gaat hier niet om wetenschap, maar om geloof. En als we dat geloof hebben, gaan we begrijpen en van daaruit wetenschap bedrijven. Vele grote geleerden uit het verleden, en ook uit het heden, waren en zijn diepgelovige mannen. Maar daarvoor moeten we eerst tot God komen. En dan niet zo maar komen, maar met het oprechte geloof, dat Hij bestaat, en dat Hij de zoeker beloont. Wie niet gelooft, is voor God niet aangenaam. Zo zijn er veel mensen, die alles willen uitpluizen om te ontdekken en te weten, wat God gemaakt heeft. Maar van de Maker willen ze niet weten. Maar het gaat nog verder. God heeft de mens geschapen met een doel. Laten we dit eens vergezelijken met mensen, die alles willen uitpluizen hoe een auto in elkaar zit. Ze geloven niet in het bestaan van een ontwerper. Aan de hand van de onderdelen willen ze uitzoeken, hoe het ding kon ontstaan. Het tragische is, dat er niet gevraagd wordt wat de bedoeling van de ontwerper en maker was. Het doel wordt gemist. Als ontdekt wordt, hoe de wereld is ontstaan, maar niemand weet wat de bedoeling ervan is, wordt het belangrijkste gemist. In het 11de hoofdstuk van de Hebreeënbrief wordt een lange lijst van namen genoemd van mensen, die geloofd hebben en waar dat toe leidde.Hetzelfde geldt voor vandaag. Wie wil weten moet beginnen met geloven. God heeft de wereld geschapen als woonplaats voor de mensen. Gods uiteindelijke bedoeling is, dat zij, die in Hem geloven, in Zijn eeuwige heerlijkheid zullen delen. Van daaruit moet de schepping bezien worden. Een universum, waarvan niemand weet waar die vandaan komt, waar die voor dient en waar die uiteindelijk heengaat, is absurd. God heeft een bedoeling met zijn Schepping.. Wie dit wil begrijpen, voor zover ons menselijk verstand daartoe in staat is, moet beginnen met te geloven. Wie dat doet, gaat behoren tot hen, waarvan de Here Jezus in het Hogepriesterlijke gebed uitsprak:
“en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt – Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld.”
Johannes 17:23-24
Dat werd bedacht in de eeuwigheid. Dit is wat God uitwerkt in de schepping. De Bijbel geeft niet alleen aan dat alles tot stand kwam door het spreken van God. Hetzelfde Woord geeft ook aan, wat de zin van alles is. De voorwaarde om er deel aan te hebben is, dat we geloven.
Amen.
~Drs. K. van Berghem