De Verlosser
[flash /flv/20081228_verlosser.flv]
“Gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen.”
Romeinen 11:26
Schriftlezing
“Ik spreek tot u, heidenen. Juist omdat ik apostel der heidenen ben, acht ik dit de heerlijkheid van mijn bediening, dat ik zo mogelijk de naijver van mijn vlees (en bloed) mocht opwekken, en enigen uit hen behouden. Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? Zijn de eerstelingen heilig, dan ook het deeg, en is de wortel heilig, dan ook de takken. Indien nu enkele van de takken weggebroken zijn en gij als wilde loot daartussen geënt zijt en aan de saprijke wortel van de olijf deel hebt gekregen, beroem u dan niet tegen de takken! Indien gij u ertegen beroemt – niet gij draagt de wortel, maar de wortel ú. Gij zult dan zeggen: er zijn takken weggebroken, opdat ik als loot geënt zou worden. Goed! Zij zijn om hun ongeloof weggebroken en gij staat door het geloof. Wees niet hoogmoedig, maar vrees! Want indien God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, Hij zal ook u niet sparen. Let dan op de goedertierenheid Gods en zijn gestrengheid: over de gevallenen gestrengheid, maar over u goedertierenheid Gods, indien gij bij de goedertierenheid blijft; anders zult ook gij weggekapt worden. Maar ook zij zullen, wanneer zij niet bij hun ongeloof blijven, weder geënt worden; God is immers bij machte hen opnieuw te enten. Want indien gij uit de wilde olijf, waartoe gij naar uw natuur behoort, weggekapt en tegen uw natuur op de edele olijf geënt zijt, hoeveel te meer zullen dezen, naar hun natuur, op hun eigen olijf geënt worden. Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid der heidenen binnengaat, en aldus zal gans Israël behouden worden, gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen, Hij zal goddeloosheden van Jakob afwenden. En dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem. Zij zijn naar het evangelie vijanden om uwentwil, naar de verkiezing zijn zij geliefden om der vaderen wil. Want de genadegaven en de roeping Gods zijn onberouwelijk.”
Romeinen 11:13-29
Boodschap
Het is weer Kerstfeest. Het gonst van de activiteiten. Het hele circus is weer op gang. Het is zelfs erger dan vorig jaar. Ik hoef het u niet te vertellen. U ziet het allemaal om u heen. Kerstfeest, het feest van de gezelligheid. Samen met familie en vrienden om de tafel, die een jaar lang nooit zoveel borden, schalen, glazen en flessen moet dragen. Is daar iets mis mee? Nee, waarom? Maar waarom doen we dat? Wie heeft dat Kerstfeest bedacht? Toen het Christelijk geloof vele eeuwen geleden de alom verspreidde godsdienst was, werd een heidens feest omgebouwd tot Kerstmis. We weten niet wanneer de Here Jezus geboren werd, maar zeker niet in de winter. Maar daar gaat het nu niet om. Er werd een dag bepaald, waarop Zijn komst in de wereld herdacht en gevierd moest worden. En dat is een goede zaak. De laatste weken horen we van alle kanten, dat God ons liefheeft, dat Hij ons de Here Jezus heeft gegeven. Maar het valt mij op, dat ik nergens hoor, waarom God dat deed. Waarom moest de Here Jezus dan zo nodig komen? Waarom moest Gods Zoon als mens geboren worden? Dat is toch onvoorstelbaar. Jezus, Gods Zoon, God uit God, legde Zijn hemelse heerlijkheid af, om mens te worden. Om een leven te gaan leven, vol van moeite, strijd, lijden en ziekte. Daar moet dan toch wel een bijzondere reden voor zijn. En die is er ook. Er zijn zelfs zeven redenen te noemen, waarom de Here Jezus mens werd. Ik noem er twee.
“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.”
1 Johannes 3:8
Via Adam heeft de duivel de zonde in de wereld gebracht. De Bijbel leert, dat wie zondigt, de dood zal sterven. Om daar aan te ontkomen, is verlossing nodig. Wie gaat ons daarvan verlossen? Wie is die iemand? Ja, maar zegt u, alle mensen sterven toch. Dat klopt, maar de Bijbel heeft het ook over een tweede dood. De eerste dood, waarvan iedereen weet, wat daarmee bedoeld wordt, is onontkoombaar. Aan de tweede dood kan de mens ontkomen, als hij gelooft, dat de Here Jezus ook voor hem of haar de verlossing tot stand gebracht heeft. Wie dat gelooft is eens en voor altijd van de zondemacht verlost. Door de zonde heeft de duivel de mensen aan zich onderworpen. De Here Jezus kwam om die macht te breken. Hij kwam om de werken van de duivel te vernielen. Toen Hij dat werk volbracht had, sprak Hij op het kruis de woorden: “Het is volbracht.” Wie dat gelooft, is vrij van de tweede dood. De tweede dood is de eeuwige scheiding van God. Dat noemen we de hel. Tijdens dit leven, moet de mens tot het besef komen, dat hij zichzelf niet verlossen kan. Als hij dat weet, mag hij de toevlucht tot de Here Jezus nemen, die de schuld van de zonde weggenomen heeft, nog voordat hij of zij geboren was. Als dit aanvaard wordt, geldt de verlossing voor hem. Deze beslissing moet in dit leven vallen. Daarna is niet mogelijk. Nu leven we in een tijd, waarin dit niet langer geloofd wordt. Onder de kop Verlossing stond in een kerstnummer van de krant een artikel van een theologie professor. Voor hem is zonde: “een scheur die in ieders leven af en toe zichtbaar wordt.” Hij zegt: “De oude droom uit de christelijke traditie die spreekt van verlossing door het lijden en sterven aan het kruis van Jezus Christus, is vervlogen. Nu kiest iedereen zijn eigen verlossing en verlosser. Maar ik accepteer ook,” zegt hij, “dat iedereen op zijn eigen manier naar een verlossing op zoek gaat.” Zo wordt het zondevraagstuk een psychologisch probleem. Moest de Here Jezus daarvoor dan naar deze aarde komen? Alsof psychologen dit kunnen oplossen! De tweede reden waarom de Here Jezus naar deze aarde kwam is:
“Zo zal ook Christus, nadat Hij Zich eenmaal geofferd heeft om veler zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten.”
Hebreeën 9:28
Dit doet mij denken aan een uitspraak van de Here Jezus.
“Maar, als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op aarde?”
Lucas 18:8
Volgens de professor is de Christelijke droom voorbij. Iedereen moet nu maar voor zichzelf uitmaken, wat hij gelooft. Het is allemaal goed. Ieder zijn eigen waarheid, zijn eigen goeroe, zijn eigen godsdienst. Het krioelt van de spiritualiteit. Maar daar vroeg de Here Jezus niet naar. Hij had het niet over één of ander geloof. Hij stelde de vraag, of Hij bij Zijn Wederkomst nog hèt geloof zou vinden. Dat Hij die vraag stelde, geeft te denken. Welk geloof bedoelde Hij? Er is maar één antwoord.
“Gelijk geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen.”
Romeinen 11:26
Amen.
~Drs. K. van Berghem