De Heilige Geest en de positie van de gelovige in Christus
Zekerheid geloof
“Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. Immers het Schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen.” Romeinen 10:9-11
(Twee voorwaarden voor behoud. Voor wie ze aanvaardt geldt het volgende):
Positie in Christus
“Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden.” Hebreeën 10:14-15. (Dat is in het verleden vastgelegd)
“Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God is geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing.” 1 Corinthiërs 1:30
Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. Romeinen 6:11
(Dat is de werkelijkheid nu.)
Doop en Vervulling met de Heilige Geest
“Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.” 1 Corinthiërs 12:13
(Wie tot geloof komt, wordt in het Lichaam van Christus, de Gemeente, ingelijfd. Daar is voortaan zijn/haar positie. Dat is iets anders dan de Kerk)
“En zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.” Handelingen 2:4
(In die positie ontvangt de gelovige de vervulling met de Heilige Geest voor dienst en getuigenis nu)
Verzegeling met de Heilige Geest
“In Hem zijt ook gij, nadat gij het woord der waarheid, het evangelie uwer behoudenis, hebt gehoord; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis, tot verlossing van het volk, dat Hij Zich verworven heeft, tot lof zijner heerlijkheid.” Efeziërs 1:13-14
(De verzegeling is het onvervreemdbaar garantiebewijs van de komende verlossing)