Beklagenswaardig?
“Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.”
1 Korinthiërs 15:19
Schriftlezing
“Ik maak u bekend, broeders, het evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat gij ook ontvangen hebt, waarin gij ook staat, waardoor gij ook behouden wordt, indien gij het zó vasthoudt, als ik het u verkondigd heb, tenzij gij tevergeefs tot geloof zoudt gekomen zijn.
(…)
Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is? Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden. Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt; en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen. Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Maar ieder in zijn eigen rangorde: Christus als eersteling, vervolgens die van Christus zijn bij zijn komst; daarna het einde, wanneer Hij het koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben.”
Korinthiërs 15:1-3, 12-24
Boodschap
Er is een rangorde in de Opstanding. Eerst die, dan die. Het is belangrijk voor ieder mens om te weten, bij welke Opstanding hij hoort. Dat moeten we ook aan anderen kunnen uitleggen. In één tekst geeft de apostel Johannes het slechte en het goede nieuws. We beginnen met het goede nieuws:
“Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.”
Johannes 3:36
Wie het eeuwige leven heeft ziet uit naar de vervulling van de profetie:
“Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen.”
1 Thessalonisenzen 4:15-18
Dat kan nu zo maar gebeuren. Dat is de eerste Opstanding. De apostel Paulus schreef:
“Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden,”
1 Korinthiërs 15:51
Samen vormen die twee groepen de Gemeente van Christus. Die wordt in zijn geheel opgenomen. Dan volgt de Grote Verdrukking, die 7 jaar duurt. Voor de Gemeente heeft de Here Jezus gezegd:
“Omdat gij het bevel bewaard hebt om Mij te blijven verwachten, zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken hen, die op de aarde wonen.”
Openbaring 3:10
Behalve voor de gehele wereld, betekent de Grote Verdrukking om Israël voor te bereiden op de komst van de Messias. In die Verdrukking zullen grote aantallen Joden tot geloof komen, door hun getuigenis zullen ook vele niet-Joden tot geloof komen. Daarna komt de Heer met de Gemeente om het Duizendjarig Rijk op aarde te vestigen. De bruidegom is de Heer; de Gemeente is de Bruid. In de gelijkenis gaan de tien maagden op weg naar het Bruiloftsfeest. Mattheüs 25:1 Maar waar is de Bruid? Die wordt niet genoemd. Hoe komt dat? Soms worden de tien maagden als de Bruid voorgesteld. Vijf zijn er wijs en vijf dwaas. Maar de Bruid kan niet half wijs en half dwaas zijn. Waar is de Bruid? Bij de Bruidegom! Maar dat staat er niet. Nee, hier niet. De Bruidegom gaat geen feest vieren zonder de Bruid. Wat is er aan de hand? Er zijn manuscripten, waar de Bruid er wel bij staat. Kent u het laatste boek van het Oude Testament? Het Boek Maleachi. Maar de Bijbel kent geen Oud en Nieuw Testament. De Bijbel spreekt over Oud en Nieuw Verbond. De Evangeliën behoren inhoudelijk voor 95% tot het Oude Verbond.
Als dat juist is, richt het Evangelie van Mattheüs zich tot hen, die behoren tot het Oude Verbond, het volk Israël. Het Oude Testament eindigt wel met het boek Maleachi, maar het Oude Verbond eindigt met de kruiswoorden van de Here Jezus, bijna op het einde van het Evangelie van Johannes 19:30 met:
“Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht!”
Johannes 19:30
Dat was de voltooiing van Gods belofte:
“En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.”
Genesis 3:15
Dit gebeurde op Golgotha waar de kop van de slang, dat is Satan, de vijand van God en mens, werd vermorzeld. Dit is de afsluiting van het Oude Verbond. Er komt een Nieuw Verbond met Israël. Daar gaat de profetie van Jeremia in vervulling:
“Maar dít is het verbond, dat Ik met het huis van Israël sluiten zal na deze dagen, luidt het woord des Heren: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en die in hun hart schrijven, Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.”
Jeremia 31:33
Dat is Israël. Gelovigen, die van oorsprong niet tot Israël behoren, mogen er ook bij zijn. In eerste instantie was de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag een Joods gebeuren. Maar, God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, dus ook de niet-Joden, niet verloren gaat, maar eeuwig leven zou hebben. Johannes 3:15
Ook zij konden de Heilige Geest ontvangen. De Romeinse officier, Cornelius, in Bijbelse termen een heiden, geloofde in God en vereerde Hem. Op zekere dag nodigde hij Petrus bij zich thuis om het Evangelie uit te leggen.
“Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de heilige Geest op allen, die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis, die met Petrus waren meegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort,”
Handelingen 10:44-45
Het heil is bedoeld voor alle mensen, voor Joden en niet-Joden. Tijdens de Grote Verdrukking, de over de hele wereld komen zal, bestaat de mogelijkheid, dat zonder onderscheid mensen behouden kunnen worden:
“En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden.”
Handelingen 2:21
Dat geldt voor Joden en niet-Joden. In hoofdstuk 25 van het Evangelie van Mattheüs staat de gelijkenis van de tien maagden, die op weg gaan naar de Bruiloft. Met deze maagden wordt het volk Israël bedoeld. Vijf van haar hebben olie in haar lampen, dat wil zeggen, zij hebben de Heilige Geest ontvangen. De andere vijf hebben die niet. Uit de profetie weten we, dat de Here Jezus straks als de Bruidegom met Zijn Bruid, de Gemeente komt. Die Gemeente bestaat uit Joden en niet-Joden, die in God geloven. Wie de Heilige Geest hebben mogen deelnemen aan het bruiloftsfeest. Zij hebben ingang tot het Koninkrijk Gods. Mattheüs sprak dit met het oog op zijn eigen volk Israël. Maar het geldt ook voor hen, die niet tot Israël behoren. Als gelovigen van niet-Joodse oorsprong, mogen wij er ook deel van uit maken. Vergeet niet wat de apostel schreef:
“Want het heil is uit de Joden.”
Johannes 4:22
Het gaat uiteindelijk om toegelaten te worden tot de Bruiloftszaal, dat wil zeggen, deel hebben aan het Duizendjarig Rijk. Het dagelijks leven vraagt veel, heel veel van onze aandacht en energie. Maar het gaat uiteindelijk om iets meer dan alleen om dit leven.
“Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.”
1 Korinthiërs 15:19
Er is meer, veel meer.
Amen.
~Dr. K. van Berghem